Naar de achtergrond gedegradeerd in de meedogenloze tijden van een overgangsperiode, heeft de Maestro, die een kunstliefhebber is, een pleitbezorger van morele normen, een cellist van een symfonisch orkest, een professor aan een conservatorium, niet in staat de heersende wildheid te weerstaan, onvermijdelijke botsingen met de omgeving en ervaart een zwaar persoonlijk drama. In de film worden archiefbeelden gebruikt van protesten voorafgaand aan en na de Armeense presidentsverkiezingen van 2008.