Als het verhaal begint, leren we dat de Israëlieten – onder leiding van Mozes – al veertig jaar door de wildernis zwerven. Nu staan ze op het punt het Beloofde Land binnen te gaan. Maar Mozes zal niet met hen meegaan. Zijn tijd is gekomen om zich bij God in de hemel te voegen. En dus wordt een jonge man genaamd Joshua aangesteld om de plaats van Mozes in te nemen. Net als Mozes beseft Jozua dat er niets bereikt kan worden zonder de hulp van God. De Heer beloont Jozua voor zijn geloof door een plan te openbaren waardoor de Israëlieten de stad Jericho kunnen innemen. Terwijl de actie zich ontvouwt, zijn we getuige van een reeks goddelijke wonderen die doen denken aan de wonderen waardoor de Israëlieten vele jaren eerder uit Egypte konden ontsnappen. En uiteindelijk verheugen wij ons met hen, als zij het Beloofde Land binnengaan.